Rechter: eigenaar coffeeshop Africa moet ruim 280.000 euro betalen

Geen celstraf of andere straf voor het hebben van een externe voorraad, maar de eigenaar van de Tilburgse coffeeshop Africa moet wel ruim 280.000 euro betalen.

0
growshopwet cannabis en verkeer speekseltest rijden onder invloed checkpoint kulu trading politie voorraad coffeeshophouder coffeeshop alien fyta waalwijk Coronamaatregelen
- Advertentie -

Vorige week deed de rechtbank uitspraak in de zaak rondom de Tilburgse coffeeshop Africa. De strafzitting volgde op de vondst van de voorraad van de coffeeshop op 25 september 2019 in twee garageboxen. Daarbij werd zo’n 100 kilo hasj en wiet gevonden, evenals 30.000 voorgedraaide joints en een kluis met briefgeld en muntgeld van in totaal zo’n 560.000 euro. De rechter sprak voor het bezit van de cannabis een 9a uit: schuldig zonder strafoplegging. Maar de rechtbank oordeelde ook dat de ondernemer 280.430,56 euro moet betalen.

Schuldig zonder strafoplegging, wel 280.430,56 euro betalen

De officier van justitie kwam in de strafzitting tot een eis van tien maanden cel, vooral omdat er volgens de officier geen goede administratie was. De ondernemer verdedigde zijn handelen in de strafzitting door te beargumenteren dat hij dit deed om zijn leveranciers te beschermen. De rechtbank ging dus, gelukkig voor de ondernemer, niet mee in die strafeis.

Over het in bezit zijn van de voorraad concludeerde de rechtbank:

Naar het oordeel van de rechtbank is sprake van strafbare feiten die direct voortspruiten uit de bonafide bedrijfsvoering van de coffeeshop. Verdachte kan zich, nu hij in dienst was van de coffeeshop en min of meer feitelijk samen met zijn broer de coffeeshop runde, daar ook op beroepen. Dit brengt met zich mee dat de rechtbank, indien zij geen redelijk doel ziet bij het opleggen van een straf, kan besluiten toepassing te geven aan artikel 9a Sr. De rechtbank ziet dit redelijke doel thans niet. Zoals hiervoor al is overwogen, is coffeeshop [naam] na het aantreffen van het geld en de voorraad niet gedwongen tijdelijk te sluiten en de coffeeshop is ook nu nog open. Kennelijk zag de gemeente geen reden de coffeeshop op enig moment te sluiten. De rechtbank is van oordeel dat kan worden volstaan met de constatering van het gepleegde strafbare feit, en onttrekking aan het verkeer van de aangetroffen drugs. De rechtbank neemt daarbij mee dat verdachte thans niet meer werkt bij de coffeeshop. Gelet op het voornoemde zal de rechtbank toepassing geven aan artikel 9a Sr en aan verdachte geen straf of maatregel opleggen.

Maar over het te betalen bedrag (technisch gezien een andere zaak) valt te lezen in de uitspraak:

De rechtbank heeft in haar vonnis in de strafzaak uitgebreid stilgestaan bij het spanningsveld dat bestaat met betrekking tot de achterdeurproblematiek en het gedoogbeleid bij coffeeshops. De rechtbank ziet hierin reden het te ontnemen bedrag te matigen.

Bij het bepalen van de omvang van de matiging heeft de rechtbank acht geslagen op hetgeen in de jurisprudentie in vergelijkbare zaken wordt toegepast. De rechtbank is van oordeel dat in onderhavige zaak een matiging van 50% passend en geboden is.

De rechtbank zal het terug te betalen bedrag vaststellen op € 280.430,56 en de vordering van de officier van justitie voor het overige afwijzen.

De ondernemer kan overigens nog wel in hoger beroep.